Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En over [27]de schatten des konings was Azmaveth, de zoon van Adiel; en over de schatten op het land, in de steden, en in de dorpen, en in [28]de torens, was Jonathan, de zoon van Uzzia. 27. Versta, die schatten, die in des konings huis of binnen Jeruzalem waren; gelijk Jonathan was over de schatten en inkomsten des konings, die buiten ontvangen en vergaderd werden. 28. Dat is, kastelen, sloten, vaste huizen.